Zzp’ers in de zorg: een vloek of zegen?
Al jaren ziet Nederland een toename in het aantal zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) in de zorgsector. Deze professionals zijn eigen ondernemers die hun diensten aanbieden aan verschillende instellingen en particuliere cliënten. De zelfstandingen zijn erg te spreken over deze werkvorm. Door de flexibiliteit in uren en de hogere vergoedingen die ze krijgen voor hun werk bijvoorbeeld. Maar is het stijgende aantal zzp’ers eigenlijk wel zo’n positieve ontwikkeling? Wat betekent het bijvoorbeeld voor het zorglandschap van de toekomst? En wat zijn de gevolgen voor de zorgvrager? In dit artikel gaan we erover in gesprek met Lesly Baidjoe, directeur van UmbraZorg.
Voordat Lesly de thuiszorgorganisatie UmbraZorg oprichtte, was hij werkzaam als intermediair. Hij bracht zorgbehoevenden en zzp’ers in de zorg met elkaar in contact. ’Totdat er op een gegeven moment iets aan mijn geweten begon te knagen. Door mijn functie als intermediair kreeg ik het gevoel dat ik het zorglandschap iets cruciaals ontnam; vertrouwde, consistente en goede zorg. Daarom besloot ik in 2018 het roer om te gooien en deze zorg zelf aan te gaan bieden’.
Aantal zzp’ers in de zorg steeg in vijf jaar met 50%
Het aantal zzp’ers in de zorg in Nederland is in vijf jaar ongeveer 50% gestegen. In 2022 tikte de teller de 169.000 aan. Waar deze stijging vandaan komt? Enerzijds doordat er een groeiende behoefte is aan flexibiliteit en vrijheid in werk, waarbij zelfstandigen kunnen kiezen welke opdrachten ze aannemen en wanneer ze werken. Anderzijds speelt ook de krapte op de arbeidsmarkt in de zorgsector een rol. Het aanbod van zorgpersoneel is kleiner dan de vraag, waardoor zzp’ers hogere tarieven kunnen rekenen en een betere onderhandelingspositie in handen hebben omtrent hun werkvoorwaarden. Voordelen alom, zo lijkt het. Maar hoe pakken deze voordelen uit voor de zorgvrager?
Continuïteit van de zorg in het geding
Lesly maakte de groei in het aantal zzp’ers vanaf het begin zeer bewust mee. Hij licht toe: ’Toen we begonnen met het aanbieden van thuiszorg, werkten we met zowel werknemers in loondienst als zorgverleners op zzp-basis. Helaas ontdekten we al snel dat de zelfstandigen veel regie in eigen handen namen, waardoor er een ‘cherry picking-cultuur’ ontstond. De zzp’ers hadden namelijk de vrijheid om alleen de gunstige diensten aan te nemen en de werknemers in loondienst moesten de gaten opvullen. Het ging hierbij vooral om diensten die wat onhandiger waren; avond- of weekenddiensten bijvoorbeeld.’ Dit maakte dat de continuïteit in het geding kwam. ‘Het rondkrijgen van roosters was lastig waardoor het een steeds grotere uitdaging werd om kwaliteit te leveren. Dit terwijl dat bij ons juist zo hoog in het vaandel staat.’
Ook het team ondervond de nadelen van samenwerken met zzp’ers. Lesly legt uit: ‘De bedrijfscultuur móét op orde zijn. Een stabiele basis waarbij je onderling op elkaar kunt rekenen als collega’s is cruciaal. Wanneer er bijvoorbeeld problemen zijn met het rooster, moet je ervan uit kunnen gaan dat dit samen opgelost wordt. Door te werken met uitzendkrachten en zzp’ers kon ik die stabiele basis niet waarborgen.’ Hieruit vloeide dan ook de wens van het team voort om minder met zelfstandigen te werken. Lesly luisterde hiernaar. ‘Ik wil staan voor kwaliteit, zekerheid en vertrouwen en besloot vanaf dat moment om alleen nog maar te werken met zorgmedewerkers in vaste loondienst.’
Voordelen zzp-schap vooral voor de korte termijn
Vanuit het perspectief van de zorgverlener begrijpt Lesly de overstap naar zelfstandig ondernemerschap goed. ‘Maar’, zo gaat hij verder, ‘vaak denkt dit zorgpersoneel alleen aan de korte termijn. Ja, een zzp’er kan een hoger uurtarief vragen dan een loondienstmedewerker. En ja, ze kunnen flexibele diensten aannemen. Maar een langetermijnvisie wil er nog wel eens bij inschieten. Denk hierbij aan pensioenopbouw, of aan het wegvallen van financiële zekerheid bij ziekte. Terwijl de positie van zorgverleners in loondienst op de arbeidsmarkt lang niet zo slecht is als dat er vaak wordt gedacht. Vooral niet als je kijkt naar andere functies met soortgelijke studieniveaus.’ Hij vervolgt: ‘Bovenal wordt er vaak niet gedacht vanuit de behoefte van de zorgvrager. We horen regelmatig de term ‘hart voor de zorg’. De UmbraZorgers in vaste loondienst draaien álle diensten, of het nou weekend is of niet. Ik kan met zekerheid zeggen: zíj hebben hart voor de zorg.’
Daarnaast zijn er nog een aantal nadelige gevolgen die de zorgbehoevende aan het zzp’er-schap kan ondervinden, legt Lesly uit. ‘Door de onregelmatigheid van diensten, heeft de zzp’er minder contact met de cliënt en is hij of zij dus niet snel op de hoogte van ontwikkelingen in de gezondheid. Bovendien staat de sector niet stil. Medische hulpmiddelen en medicijnen zijn continu aan veranderingen onderhevig. Zo is een katheter van 10 jaar geleden niet meer hetzelfde als die van nu. Binnen UmbraZorg ligt er een grote focus op bijscholing en begeleiding. Bij zelfstandigen wil deze scholing er nog wel eens bij inschieten.’
Een duurzaam zorglandschap
Lesly wil bijdragen aan een duurzaam zorglandschap. Met het vermijden van zzp’ers en uitzendkrachten, wil hij ervoor zorgen dat de zorgvrager nu en in de toekomst centraal blijft staan en de medewerker in loondienst op nummer één. Hier ligt volgens hem dan ook de oplossing voor het probleem. Om hem heen ziet hij dat deze trend zich voortzet: ‘Er zijn nu meerdere zorgaanbieders die zzp’ers vermijden. Een goede zaak voor de toekomst van de sector. Zodat zorg betaalbaar én van kwaliteit blijft.’