De verborgen kosten van management in de zorg: Terug naar de directe zorg
Geschreven door: Renate Baidjoe-Fioole Wijkverpleegkundige/Zorgmanager bij UmbraZorg
De afgelopen jaren heeft de zorgsector te maken gehad met stijgende kosten en beperkte middelen. Dit heeft geleid tot discussies over waar het geld naartoe gaat en hoe we het kunnen terugbrengen naar waar het het hardst nodig is: de directe zorg aan patiënten. Het is algemeen bekend dat onze zorgbudgetten onder druk staan, maar vaak ligt de focus op de zorgverleners zelf, terwijl er weinig wordt gekeken naar de rol van managementlagen. Ik geloof echter dat juist in het reduceren van managementlagen een oplossing ligt om kosten te besparen zonder in te leveren op de kwaliteit van zorg.
Als wijkverpleegkundige en zorgmanager heb ik van dichtbij gezien hoe er soms een kloof ontstaat tussen de verschillende managementlagen en de realiteit op de werkvloer. Hoewel management een belangrijke functie kan hebben, leidt een overdaad aan managementlagen vaak tot een verschuiving van de focus weg van de directe zorg. Binnen de zorg noemen we de hogere managementgangen soms gekscherend de ‘gouden gang’. Dit is geen kritiek op individuen, maar eerder een weerspiegeling van de systemische problemen die ontstaan wanneer er te veel middelen gaan naar management in plaats van naar de handen aan het bed.
De kosten van een overvloed aan managementlagen
In theorie zijn managementlagen in de zorg bedoeld om efficiëntie te bevorderen, communicatie te verbeteren en een ondersteunende omgeving te creëren voor het zorgpersoneel. In de praktijk kunnen deze lagen echter vaak zorgen voor vertragingen in besluitvorming en ontstaat er een afstand tussen beleid en werkvloer. Elke managementlaag brengt kosten met zich mee—salarissen, administratieve ondersteuning, kantoorruimtes en zelfs aparte systemen voor communicatie en rapportage. De cumulatieve kosten van deze managementlagen kunnen aanzienlijk zijn, en deze middelen kunnen vaak beter worden ingezet voor directe zorgverlening.
Lessen uit kleinschalige zorgorganisaties
Kleinschalige thuiszorgorganisaties laten zien dat minder managementlagen en een lagere administratieve druk daadwerkelijk mogelijk zijn zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit van zorg. In deze organisaties zijn er vaak geen operationeel directeuren of meerdere managers voor verschillende deelgebieden. In plaats daarvan staan de zorgverleners dichter bij hun leidinggevenden, wat zorgt voor korte lijnen en directere communicatie.
Fleur Agema, die zich inzet voor het verminderen van de administratieve last in de zorg, benadrukt vaak hoe kleinschalige organisaties laten zien dat minder management niet hoeft te betekenen dat de administratieve taken op het bordje van het zorgpersoneel terechtkomen. In deze organisaties blijft de administratieve druk beheersbaar doordat de leidinggevenden nauw betrokken zijn bij de werkvloer en de administratieve taken efficiënter worden beheerd. Door deze directe betrokkenheid kunnen managers beter inspelen op de behoeften van hun team en de administratieve processen stroomlijnen. Dit voorkomt dat de administratieve last afgeschoven wordt op het zorgpersoneel, waardoor zij zich volledig kunnen richten op de zorg.
Management als onderdeel van het zorgteam
In mijn rol als zorgmanager sta ik zelf regelmatig op de werkvloer. Voor mij is het essentieel om niet alleen leiding te geven, maar ook actief betrokken te zijn bij de zorg. Dit zorgt ervoor dat ik beter begrijp waar mijn team dagelijks mee te maken heeft en waar zij tegenaan lopen. Bovendien helpt het om de focus te houden op het welzijn van de patiënten in plaats van op papieren structuren en beleidsplannen. Dit sluit aan bij mijn visie dat managers in de zorg ook ‘hands-on’ zouden moeten werken, in plaats van zich uitsluitend te richten op administratieve taken.
Door als manager ook directe zorg te leveren, zie ik met eigen ogen hoe complex de behoeften van patiënten en zorgverleners zijn. Hierdoor kan ik gerichtere keuzes maken in het management van ons team en middelen, zonder de realiteit van de zorg uit het oog te verliezen. Dit voorkomt dat er een ‘wij-zij’-cultuur ontstaat tussen de zorgverleners en het management, een cultuur die helaas vaak een onbedoeld bijproduct is van te veel managementlagen.
Een pleidooi voor herstructurering
Ik geloof dat de zorgsector gebaat zou zijn bij een herstructurering van het management. Dit betekent niet dat er helemaal geen managers nodig zijn—integendeel. Goede, betrokken managers zijn essentieel voor het ondersteunen en aansturen van zorgteams. Maar er moet een balans gevonden worden waarin de managementlagen minimaal zijn en daadwerkelijk toegevoegde waarde hebben. Minder managementlagen betekent dat middelen direct kunnen worden ingezet voor patiëntenzorg, waar ze het hardst nodig zijn.
Een van de voordelen van een gestroomlijnde managementstructuur
Een van de voordelen van een gestroomlijnde managementstructuur is dat de lijnen korter worden. Dit maakt communicatie met het personeel eenvoudiger en sneller, waardoor er minder tijd verloren gaat aan overleg en goedkeuringen en er meer tijd overblijft voor de daadwerkelijke zorg. Door management meer op de vloer te laten werken, kunnen we een cultuur creëren waarin management en zorgpersoneel samen optrekken, als één team dat gericht is op het welzijn van de patiënt.
Conclusie: Terug naar de kern van zorg
Het terugbrengen van managementlagen en het richten van middelen op directe zorg kan een belangrijke stap zijn in het oplossen van de kostenproblematiek in de zorg. Dit betekent niet alleen efficiëntere zorg, maar ook een meer betrokken en ondersteunende omgeving voor zorgverleners. De tijd die we investeren in directe zorg is de tijd die het meeste verschil maakt voor onze patiënten. Laten we daarom streven naar een zorgomgeving waarin management ondersteunend is aan de zorgverlening en niet aan het systeem.
Als zorgmanager die zelf op de werkvloer staat, weet ik dat het anders kan. Door managementfuncties te hervormen en ons te richten op een cultuur van samenwerking, kunnen we de kwaliteit van zorg verbeteren en tegelijk kosten besparen. Dit is een stap terug naar waar zorg ooit over ging: betrokken zijn bij de patiënt, niet bij het papierwerk.